Wereldbeheersers
van deze duisternis (6) vervolg

Door J.E. van den Brink

 

Jezus stelde Zichzelf boven de geesten

En Jezus heeft hier een man met een stomme en blinde geest. En op een andere plaats staat over een jongeman, dat zijn vader hem bij Jezus gebracht heeft. En die jongeman heeft een stomme geest en dan zegt Jezus tot die stomme geest: IK VEEL JOU! Ik vind dat een hele mooie uitdrukking, Ik beveel jou. Dan zie je al hoe Jezus tegenover de geesten stond. Hij verhief zich. Hij stelde zich erboven. Dat is het allereerste wat een mens in eigen leven moet doen en als hij in de strijd met de geestenwereld is verwikkeld: zeker weten ik sta boven hen. En die geesten zijn ons onderworpen. De engelen zijn onze mindere, onze dienstknechten van huis uit, van nature.

 

Gevallen engelen werken met intimidatie

En wat doen ze? Omdat ze afgevallen zijn, dan intimideren ze je. Ze zetten een grote mond op. Ze maken veel lawaai, geweld. Ze dreigen. Dat deed die geest die in die maanzieke knaap ook, die ging schreeuwend uit, notabene een stomme geest die ging schreeuwend uit, dat kan dan nog. En die jonge knaap werd als een dode. Dus, dat heb je er nou van, dat is het resultaat, nou leeft jij niet meer. Ze dachten dat hij gestorven was. Daar heb je nou de intimidatie. Dat vindt u in:

Marcus 9:25 – En toen Jezus zag, dat de schare samenstroomde, bestrafte Hij de onreine geest en zeide tot hem: Gij, stomme en dove geest, Ik beveel u: ga van hem uit en kom niet meer in hem. En hij ging uit onder geschreeuw en hevige stuiptrekkingen. En hij werd als een dode, zodat men algemeen zeide, dat hij gestorven was. Doch Jezus vatte zijn hand, richtte hem op, en hij stond op.

Reacties van een geest: verhef je erboven

Plotseling hoor je niks meer en dan ligt hij daar. Dat is nou intimideren vanuit die geest van verwerping. Dat is: je voelt je minderwaardig en dan opeens begin je te schreeuwen en te keer te gaan om daar boven uit te komen. En als dan iemand zo tekeer gaat door zo’n geest, dan zul je schrikken. Hij neemt een mes op of hij begint te slaan, of hij gaat een ruit ingooien, etc. , misschien hebt u ook wel eens wat meegemaakt in uw leven. En dan zegt de Heer: je moet je niet laten intimideren. Je moet je erboven verheffen, anders kun je nooit zo’n macht bevelen. Als iemand innerlijk bang is, dan heeft hij de strijd al verloren.

 

Beëlzebul en Beëlzebub

En hier is sprake van Beëlzebul, de overste der duivelen. Beëlzebul dat kun je vertalen door ‘heer van de woning’. Je hebt twee namen in de Bijbel, Beëlzebub en Beëlzebul. Hier hebben we dus te maken met Beëlzebul. In het oude testament krijg je nog wel eens Beëlzebub. Dat heeft een heel andere betekenis: ‘heer van de vliegen.’

Beëlzebul, Baäl, betekent heer, dus de heer van jouw huis, jouw woning. En als die in jouw woning komt, dan zegt hij: dat is mijn woning, die heb ik gekraakt. En als ik er nou in zit, dan is dat mijn eigendom en jij hebt niks te vertellen. Ben je gebonden, dan heeft hij een aantal kamers in beslag genomen, dan heb je zelf ook nog wat. Ben je bezeten, dan heeft hij je in de kelder opgesloten.

 

De geest zegt: het is mijn huis

Hij zegt, het is mijn huis, staat in hetzelfde hoofdstuk:

Matteüs 12:43 – Zodra de onreine geest van de mens is uitgevaren, gaat hij door dorre plaatsen om rust te zoeken, maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren; en als hij komt, vindt hij het leegstaan [en] geveegd en op orde.

Naar mijn huis, zegt hij. Dan zie je hoe die machten dat bezien. Als een geest invaart, dan gebruikt die je huisraad. Alles wat je hebt, wordt door hem gebruikt, dat is hem onderdanig: je verstand, je gevoelsleven, je capaciteiten door die macht der duisternis.

 

Het huis van de sterke binnengaan

En wat doet Jezus? Hij gaat het huis van die sterke binnen en geeft ons het voorbeeld. Wij mogen het huis van de sterke binnengaan. Wij mogen met onze geest, verbonden met Gods Geest, binnendringen om zo’n macht aan te spreken en te verwijderen. En dan geeft Jezus ons opdracht, om bij een gebonden of bezeten mens daar een scheiding te brengen tussen de mens en de macht. Dan moet je sterk zijn, zegt Jezus. Want je dringt het huis van een sterke binnen, die met geweld binnengedrongen is. In Kaïn drong een macht binnen en die heeft hem totaal bezet, die lag op de loer, voor de deur van zijn huis en God waarschuwde hem: Je moet over hem heersen. En als je niet heerst over een macht dan gaat hij over jou heersen (Gen. 4:7). En dan komt hij binnen en dan is Kaïn een gebonden, een bezet mens. En iedereen die hem tegenkomt kan aan zijn ogen zien, dat hij een bezet mens is en dat is zijn teken, het Kaïnsteken.

 

Scheiding maken tussen mens en macht

En Jezus is gekomen, en dit evangelie werd ons gepredikt om scheiding te maken tussen de mens en de macht. Tussen het goede en tussen het kwade, staat ook weer in hetzelfde hoofdstuk: Matteüs 12:19 – Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen.

Daar staat het uitdrukkelijk. Hij zal aan de volkeren het oordeel verkondigen, dat wil zeggen, er is een mogelijkheid gekomen dat een mens gescheiden wordt. Dat hij geoordeeld wordt: het kwade verwijderd en het goede gebracht. En dan staat er nog verder in vers 20:

Matteüs 12:20 – Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht.

 

Leren verstaan, gaan begrijpen door de Geest

En hoe brengt hij dat oordeel? Door ons. Door zijn volk. Daarom moeten wij ons in die leer van Jezus verdiepen. En er staat veel in de Bijbel, maar er is nog veel meer dat wij moeten bedenken door het contact met Gods Geest die we hebben, dat wij die dingen gaan begrijpen. Dat wij uit de zichtbare dingen de onzichtbare dingen leren verstaan. Er staat Jezus heeft zoveel woorden gezegd en als je die allemaal opgeschreven had dan kon de wereld die boeken niet bevatten. Nou, wij willen die woorden van Jezus kennen die niet opgeschreven zijn. Ons daarin verdiepen. Want dat is onze opdracht.

 

Zicht juist in onze tijd op de geestelijke wereld

Dat is niet altijd zo geweest. In het oude testament hadden ze die opdracht niet, in het duizendjarig rijk hebben ze die opdracht niet om het oordeel tot overwinning te brengen, die opdracht hebben wij. En dat is een zware opdracht. Dus je moet je in de leer van het Koninkrijk der hemelen die over de geestelijke wereld gaat, verdiepen. En dat heeft men praktisch nooit gedaan. Dat hebben ze in het oude testament niet gekund. En in het duizendjarig rijk, in de toekomende eeuw, dan zijn alle machten gebonden en dan is de duivel gebonden in de afgrond. Dus dan hoeft het ook niet. En de Heer zegt: jij leeft nu in de gelukkige tijd dat je achter je naam kunt zetten: Jan van der Hout, overwinnaar.

Dat kunnen wij alleen maar. In het duizendjarig rijk kunnen er geen overwinnaars tevoorschijn komen, in het oude testament kon dat ook niet, dat is alleen voor onze eeuw weggelegd. Voor ons tijdperk.

 

Te midden van… leven voor het herstel

En al ben je dan in een fabriek, kantoor of je hebt een meubelzaak, je moet als mens je toch altijd bezig houden met dat Koninkrijk der hemelen, dat mag nooit van je wijken die wereld van gedachten, ook als natuurlijk mens. Dat je goed weet en altijd beseft: ik sta toch altijd in een geestelijke strijd. Ik leef niet voor de lol, maar ik leef voor het herstel. Dat is een groot verschil, hoor!

 

Zelfverloochening om geheel anders te zijn

Ik leef niet voor mijn eigen plezier, zo van: hoe maak IK het goed. Maar: hoe kan ik aan het herstel meewerken van de schepping. Dan leer je jezelf verloochenen. Je leert ook je kruis opnemen. Dat wil zeggen: het is voor mijn natuurlijke mens niet altijd aangenaam. Paulus schrijft:

Efeziërs 4:20 – Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. 

Gehéél anders. Je bent een heel ander soort mens. Nou daarom ben je zo weinig acceptabel in de wereld als je ‘geheel anders’ bent, want dan val je op. Dan behoor je tot de heiligen die afgescheiden zijn van het kwade, van de boze geesten. Hij brengt door ons het oordeel tot overwinning, want het oordeel begint bij het huis Gods, begint bij de gemeente de pinksterkapel in Den Haag (tegenwoordig volle evangelie gemeente Den Haag).

1 Petrus 4:17 – Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods;

Matteüs 12:20 – en op zijn naam zullen de heidenen hopen.

 

De naam van Jezus: de lange weg van herstel

Op de naam van Jezus. Zijn naam, en wat zegt het woord ‘naam’ ook alweer? Sem. Geprezen zij de Here, de God van Sem. De God van Sem, de inspirator die verbonden is met de naam. De naam van Jezus Christus. Hij is de Sem. En als je Hem liefhebt, dan ben je een goeie Semiet, en als je hem haat, dan ben je een antisemiet. En dan is het voor ons de vraag: sta ik in verbinding met zijn naam? Want als je contact hebt met zijn naam, die boven alle naam is, dat je die zekerheid hebt: ik draag die naam, ik ben er mee verbonden, dan heb dus een verantwoordelijkheid jegens die naam, anders kun je die overwinning niet bereiken. Heb je die naam, gebruik je die naam, leef je uit die naam, dan ben je op die weg gegaan, die hele lange weg, van het herstel.

Dat is een lange weg. En als je een lange weg moet lopen dan heb je volharding nodig. En als je dat niet doet, dan kies je de brede weg zegt Jezus aan het eind van zijn Bergrede, dat is de weg van het verderf.

 

Niet elk wonder hoeft van God te zijn

Dan staat er:

Matteüs 12:15 – En velen volgden Hem en Hij genas hen allen, en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken,

Hij genas hen allen en hij verbood hen ten strengste hem bekend te maken. En waarom? Omdat de genezing en het wonder nog niet een teken is dat God heeft gewerkt. Jezus zegt in hetzelfde hoofdstuk:

Matteüs 12:33 – Acht de boom goed, maar dan ook zijn vrucht, òf acht de boom slecht, maar dan ook zijn vrucht, want aan zijn vrucht kent men de boom. 

Want de duivel kan ook zijn machten verplaatsen. De antichrist komt ook met grote tekenen en wonderen, met allerlei krachten en tekenen en bedrieglijke wonderen (2 Tess. 2:9). Dus dat er een wonder gebeurt, is nog niet een teken dat God aan het werk is.

 

De boze werkt met het principe van ‘verscharen’

Ik heb wel eens dat Zuid-Nederlandse woord gebruikt van ‘verscharen’. Als een boer zijn vee verschaart, dan brengt hij het naar een andere wei. De duivel kan zijn troepen ook verscharen. Dan haalt hij ze bij de een weg en brengt ze bij de ander. Dan denk je: die ben ik kwijt maar dat gat laat hij niet leeg, hij brengt er wat anders terug wat veel erger is. Daar zit zijn bedoeling achter, niet om je te helpen, maar om je nog dieper in de put te brengen.

Dat is net als bij een leger, daar worden de troepen ook wel eens opnieuw gegroepeerd. En dat doet de boze ook. De onreine geest vaart uit, zegt Jezus in Matt. 12:43, hij komt in dorre plaatsen.

 

Wat zijn dorre plaatsen?

Hij gaat uit bij de mens waar hij uitgevaren is, hij is gevlucht en hij komt in dorre plaatsen. Wat zijn dorre plaatsen? Sommige mensen denken dat er boze geesten in de woestijnen zitten. Maar ik geef u de verzekering dat er meer boze geesten in grote steden zitten dan in woestijnen. Ja, ik heb het idee dat er in Amsterdam meer boze geesten zijn, dan in de hele Sahara.

Dus dat gaan naar dorre plaatsen, wat is dat? Als hij uit de mens gevaren is, dan mist hij iets. Dat is: hij vegeteert op het leven van een mens. Die boze geest die heeft geen leven en nu wil hij dat leven gebruiken van de mens. Hij vegeteert erop, dat wil hij er als het ware uitzuigen als een vampier. Hij zoekt leven. Maar hij is in een mens gekomen en hij weet: het dodenrijk, dat is zijn bestemming. Want een macht die in een mens is geweest die moet opgesloten worden in het dodenrijk. Dat is met elkaar verbonden. Maar hij zoekt die mens, om dat leven eruit te halen. En is hij er nou uitgeworpen en is hij gevlucht, dan krijgt hij honger, hij wil zich verzadigen. Het is net een roofdier, hij kan het wel een tijdje volhouden, maar hij moet terug.

 

Het recht om machten in de afgrond werpen

Dus als engelen - boze engelen - de moed hebben gehad om in een mens te dringen, in een tempel Gods, die God voor zichzelf begeert, dan weten ze dat er het recht is van God en het recht ook bij de mens om hen naar de afgrond te verwijzen, naar het dodenrijk. Als er vóór de zondvloed die zonen gods (demonen) in de mensen zijn gedrongen, die machtige en sterke engelen, dan worden ze meegenomen door de mensen in de zondvloed naar het dodenrijk. En dan zegt Petrus:

2 Petrus 2:4-5 – Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren; en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht;

En dat doet de Heer ook nog door ons. Als God die machten overgeeft aan de duisternis, dan zegt hij dat moeten jullie uitvoeren, jullie moeten ze in die duisternis werpen. En wanneer kunnen wij dat? Als een macht blijft zitten. Als een macht vlucht, dan kun je hem niet naar de afgrond verwijzen. Er waren machten die vloden weg als ze Jezus aan hoorden komen. Maar als een macht vlucht, dan proberen toch altijd ook terug te komen.

Als de machten vluchtten voor de Israëlieten dan zullen ze toch proberen weer terug te komen. Of bij andere volkeren te gaan huizen. Maar ze proberen terug te gaan komen. En die machten worden opgesloten tot de dag van het oordeel. Totdat in de eindtijd de antichrist die machten uit het dodenrijk haalt (Openbaring 9). Want die antichrist is sterker en groter dan zij, en wreder.

 

De prediking voorop, de tekenen volgen

Jezus wilde dus niet als een genezer te boek staan. Hij was een prediker van het evangelie van het Koninkrijk der hemelen. Hij predikte de waarheid, de gerechtigheid, en hij leerde dat de mensen moesten geloven. En dan volgde op die prediking die tekenen. Deze tekenen zullen de gelovigen in mijn woord volgen, zegt Jezus:

Marcus 16:17-18 – Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.

Dus het gaat niet om het wonder, maar het gaat erom dat dat evangelie bevestigd wordt. Wij krijgen kennis van die geestelijke wereld door het evangelie. En Jezus zegt, als je dat nu werkelijk gelooft, werkelijk de realiteit van die wereld ziet, nou dan gaat het vanzelf gebeuren in je eigen leven en het leven van anderen, wat Ik ook gedaan heb. Dan kun je aan mijn leven zien wat de reactie is.

 

Het Koninkrijk Gods komt over de mensen

Jezus sprak over de onzienlijke wereld en hij bracht de mensen kennis bij. En dan ging het werken en er kwamen grote genezingen. Was hij dan van de duivel of van God? Nou, de Heer zegt: aan de vrucht kent men de boom: komt er vrede, komt er blijdschap, komt er ruimte in de mens, dan is het koninkrijk Gods over hem gekomen. Maar als iemand angstig blijft, als iemand onder pressie blijft staan, dan is dat Koninkrijk Gods nog niet gekomen.

Dus bij een goddelijke genezing, een goddelijk ingrijpen, dan komt het koninkrijk Gods. Want dan komt er een plaats leeg, en die blijft leeg. Die macht is eruit. Er komt ruimte in de mens en die wil God opvullen door zijn Geest. En wat doen nu die Farizeeërs? Ze zeggen: Jezus werpt de boze geesten uit door de overste van de boze geesten, door die heer van de woning. Kan de satan dan die boze geesten niet verdrijven? Ja, het zijn zijn troepen. De Heer zegt dan merkwaardige: indien de satan de satan uitdrijft is hij tegen zichzelf verdeeld, hoe kan dan zijn koninkrijk standhouden? – Matt. 12:26.

 

Het rijk van satan is verdeeld, door haat gedreven

De satan is niet verdeeld, maar zijn rijk is verdeeld. Dat zie je bij alle gebonden mensen. Als je gebonden mensen naast elkaar zet, dan hebben ze ogenblikkelijk ruzie. Dat zie je al bij kinderen. Dan moet je er tussen gaan zitten, en dan zit je te eten en dan moet je met je benen onder die tafel zitten dat ze elkaar niet schoppen. Of kun je je dat niet voorstellen? Dus dat is een verdeeld leger. Maar dat moet hij ook zo hebben. Want met een verdeeld leger, dat is het wezen van die machten, kun je verdeeldheid zaaien. De duivel zaait verdeeldheid, de mens moet tegen mekaar opgezet worden en dat kan hij als die geesten tegen elkaar tekeer gaan.

En dat kun soms horen bij bezeten mensen, dat er machten tegen elkaar spreken. Het rijk van satan is een verdeeld rijk. Maar daar zit een instinct in, zou ik haast zeggen. En dat is die haat tegen God en zijn volk. Daar worden ze door gedreven.

Joël 2:7 – Als helden rennen zij, als krijgslieden beklimmen zij de muur, en zij gaan voort, ieder op zijn eigen wegen; zij lopen niet door elkander heen, en de een verdringt de ander niet; iedere strijder gaat zijn eigen weg, en tussen de wapens door dringen zij voort; zij laten geen bres in hun rijen ontstaan.

En als er machten in je zijn, dan zegt de Bijbel het volgende:

Jesaja 53:6 – Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. 

 

De boze geesten werken als een sprinkhanenleger

Dat sprinkhanenleger dat gaat één kant uit. Wie bestuurt dat? Dat is een instinct. En ze vreten alles op wat er op hun weg komt. Voor hen is het een paradijs en achter hen een woestijn:

Joël 2:3 – Voor hem uit verteert een vuur en achter hem laait een vlam; als de hof van Eden is het land vóór hem, en achter hem is het een woeste wildernis; en ook is er aan hem niet te ontkomen.

Dan lijkt het wel of er een grote brand geweest is. Wie bestuurt dat? Daar zit allemaal die haat, we moeten vooruit om die stad te bestormen, te vernietigen. En dan staat er, ieder op zijn eigen wegen, dus ze lopen niet door elkaar hen. Iedere strijder gaat zijn eigen weg. En tussen de wapens door dringen ze voort. Ze laten geen bressen ontstaan in hun rijen. Dan heb je nou het leger van de vijand. Ieder gaat zijn eigen weg. Maar allemaal bezeten door de vijandschap tegen God.

En de duivel staat aan het hoofd. En die gebruikt dat. Dat heeft hij nodig. Maar hij is niet verdeeld. Hij schaart zich niet aan de zijde van een geest, voor de ene, tegen de ander. Hij kiest geen partij. Als hij verdeeld was, dan zou hij tussen zijn leger een keuze maken, maar hij zegt: ik kan jou gebruiken en ik kan jou gebruiken. Als jij nou maar vernielt en jij nou maar vernielt, is het mij goed en je mag elkaar dan ook nog de huid volschelden…

Dat is de eenheid van de boze. Er staat God is één, Jezus is één, maar de duivel is ook één. Maar die machten niet. De duivel die dringt ze met geweld naar voren. Een leger wordt altijd met geweld gedirigeerd.

 

Een voorbeeld uit WO-1

In de eerste wereldoorlog, dat herinner ik me nog wel, dan moest de infanterie een aanval doen vanuit die loopgraven. Met de bajonet op het geweer en dan maar de vijand tegemoet. Maar waarom dezen ze dat? Waar haalden ze dat lef vandaan? Nou, een km of 4, 5 erachter stond de artillerie, het eigen geschut. Nu, dat eigen geschut begon in die loopgraven te schieten, achter ze. Dan moesten ze vanzelf wel naar voren. Zo werkt een leger. Je moet niet denken dat die soldaten zomaar die Duitsers en Fransen aanvielen, ze waren doodsbenauwd. Ze moesten, want als ze teruggingen, dan werden ze zelf doodgeschoten door de militaire politie.

 

Demonische geweldgeesten dringen zich op

Zo werkt een leger, dat is demonisch. Geweldgeesten. En hoe hoger een macht is, hoe meer geweld. En wie heeft het meeste geweld? De duivel zelf. Ezechiël zegt:

Ezechiël 28:16 – door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde.

Veronderstel, je hebt een onreine geest en er komt een kracht bij, en die jut je op en je gaat dingen doen dat je zegt: hoe bestaat het dat ik het ooit gedaan heb. Dat is die geweldgeest. En die zit overal achter. Die kan achter een hobby zitten en dan op een gegeven moment móet je. Geweldgeesten dringen de mensen, en dan zijn ze helemaal een prooi van hun kwaad. Dus achter een gewone geest van hebzucht of jaloersheid, kan een geweldgeest zijn, zodat je helemaal verblind wordt en het beheerst je hele leven. Daar komen die onnatuurlijke dingen vandaan bij de mens. Dat je denkt: hoe bestaat het dat een normaal mens zoiets doet!

 

Satan is een drijver, een opjutter: de mens MOET

En er staat ook in Jesaja, hoe houdt de drijver op:

Jesaja 14:3-4 – En het zal geschieden ten dage, wanneer de Here u rust geeft van uw smart en van uw onrust en van de harde dienst die men u heeft laten verrichten, dat gij dit spotlied op de koning van Babel zult aanheffen: Hoe heeft de drijver opgehouden, opgehouden is de verdrukking! 

De satan is een drijver, een opjutter. Waarom? Omdat hij een grote macht is. Komt er een drijver, een macht, in je geloofsleven, in je religie, dan moet je ook. Hoeveel mensen moeten in hun geloof? Ze moeten dit en ze moeten dat. Ze moeten vasten, ze moeten bepaalde kleren dragen, ouderwetse kleren. Ze mogen geen sieraden dragen, ze moeten altijd iets. In de roomse kerk spreken ze over hun plichten. Ze moeten iets.

 

Vanuit welk motief dien je de Heer?

Er zijn mensen die moeten evangeliseren, die moeten de huizen langs. U kent ze wel. De Heer zegt: heb je er plezier in? Doe je het graag, win je graag zielen? Dat is een heel ander motief.

Ik wil mijn tijd besteden voor Hem, ik doe het zo graag. Wat kan mij de rest schelen? Waar moet je anders je leven mee vullen? Waar moet je je vrije tijd mee vullen, als de dienst van de Heer niet hebt? Wat moet je dan gaan doen? Dan zeg je, jongens we gaan weer eens fijn voor de heer werken. We gaan eens heerlijk een Bijbelstudie houden. De Bijbel zegt: Bid zonder ophouden (1 Tess. 5:17), voor je plezier, dat is het. Want er zit een genot in, er zit een blijdschap in, een vrede en rust.

De Heer maakt een mens vrij! Als de macht eruit is, dan is de mens vrij en kan hij zich verheffen. De Heer zegt: als ik dat doe dan komt er vrede en harmonie in zijn leven, daar kun je het aan zien.

 

Door wie drijven uw zonen geesten uit?

De Heer zegt als ik dat nou doe door Beëlzebul, dan moet je eens goed nadenken, door wie doen je zonen het dan? Dus die zonen van die Farizeeën, die overpriesters, die dreven ook duivelen uit. In de vorige studie hebben we Jesaja 3 gelezen:

Jesaja 3:2-3 – De Heer zal de steun wegnemen van held en krijgsman, rechter en profeet, waarzegger en oudste, hoofdman over vijftig en aanzienlijke, raadsheer en kundig handwerksman en schrander bezweerder.

Dat die zonen duivelen uitwierpen, dat bewijst wel Handelingen 19, want daar is sprake van 7 zonen van een overpriester. Dat is een hogepriester. Men zit daar wel een beetje mee, want men zegt de 7 zonen van Skevas, men weet de lijst van hogepriesters en hij komt er niet in voor. Dus dat zal dus wel een hoog priesterlijk geslacht geweest zijn, waar ze uit kwamen.

Handelingen 19:13 – En ook enige van de rondreizende Joodse geestenbezweerders waagden het over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Here Jezus te noemen met de woorden: Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt. 14Het waren nu zeven zonen van een zekere Skevas, een Joodse overpriester, die dit deden.

Die gingen ook machten uitdrijven. Daar wordt in Handelingen 19 voor de eerste en enige keer, het woord ‘exorcist’ gebruikt voor bezweerders. De zonen van Skevas. De Heer twijfelt niet aan de eerlijkheid van die mensen. U kent het verhaal wel:

Marcus 9:38-40 – Johannes zeide tot Hem: Meester, wij hebben iemand, die ons niet volgt, in uw naam boze geesten zien uitdrijven, en wij wilden het hem beletten, omdat hij ons niet volgde. Doch Jezus zeide: Belet het hem niet; want er is niemand, die een kracht doen zal in mijn naam en kort daarna smadelijk van Mij zal kunnen spreken. Want wie niet tégen ons is, is vóór ons.

De Heer laat het gaan, want als men dat doet, dan zullen ze moeilijk kwaad van Hem spreken. Dat waren gewoon eerlijke mensen. Ze zagen de onzichtbare wereld. Die mensen wisten dat het kwade van de duivel kwam. Iemand drijft machten uit in uw naam, en hij volgt ons niet. En Jezus zegt: dat moet je niet verbieden. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Die exorcisten zien tenminste waar de schoen wringt. Hoeveel  mensen zien dat? Hoeveel gereformeerden zien dat? Hoeveel pinkstermensen zien dat?

En wat willen die mensen? Die willen het kwaad uit de wereld helpen en die reizen rond met die bediening. Ze leefden er zelfs van. Zelfs uit de priesterlijke hiërarchie. En wat hadden die mensen, wat een hoop volle evangelie christenen moeten leren: ze wisten dat ze autoriteit hadden over de boze geesten. Zij wisten dat boze geesten van huis uit hun onderworpen waren. Dat de mens geschapen is boven een engel. Van die gedachten gingen zij uit.

Dat vind ik al een geweldig inzicht. Ze waren niet bang, ze zeggen: we zijn meer, we werpen ze gewoon uit. Ik kan me voorstellen dat mensen die met een boze geest in aanraking komen, zeggen: nou ik loop wel een straatje om. Als ze dan al zien dat het een boze geest is.

 

Ons afweersysteem: de menselijke geest

En vanuit die natuurlijke kennis, die ingeschapen kennis, handelden ze. Dat was niet verkeerd. Wij kunnen boze geesten ook uitwerpen met onze eigen geest. Het is net als met ziekte. Je hebt een afweerapparaat in je. En het is toch heel normaal dat als je ziek bent je uit jezelf hersteld. Dat afweersysteem zit erin. Alleen wanneer haal je een dokter? Als je het zelf niet kunt. Dat zit ook in die geestenwereld. De menselijke geest is sterk genoeg, om een boze geest zelf uit te drijven. Veronderstel, iemand is getrouwd en hij kijkt teveel naar een andere vrouw. Wat zegt dan Maleachi?

Maleachi 2:15 – Niet één doet zo, die voldoende geest bezit,

Als die man voldoende geest had, dan deed hij dat niet, dan dreef hij die gedachte, die geest terug met zijn eigen geest. Net als Job. Hij zegt, daar ben ik nooit aan begonnen, ik heb altijd mijn ogen ervoor kunnen sluiten (Job 31:1), nooit over geprakkiseerd. Hij had een sterke geest. Als je een sterke geest hebt, dan kun je een hoop zonde zelf overwinnen. Als iemand verslaafd is aan roken en de dokter zegt tegen hem: het is slecht, zo ga je eraan, dan heb je mensen die zeggen van de ene op de andere dag: nou, dan doe ik het niet meer!

 

Door formules en spreuken?

Dus die deden dat door hun menselijke geest. Maar daar stonden ze natuurlijk ook voor gevallen, waar ze niet boven uit konden komen. Dan probeerden ze nog iets anders. En waarmee probeerden ze het dan? Met formules. Dan gingen ze formules zoeken, spreuken. Ze dachten als je de juiste spreuk hebt, dan lukt het je eerder. Dominee Wim van Dam in het boek dat hij geschreven heeft over ‘Demonen eruit, in Jezus’ naam’ zegt: als het je niet lukt, dan houd je ze maar een kruis voor, of je slaat een kruis. Ja, maar dat is de oplossing niet. Dan haalt men dus iets in de zichtbare weer tevoorschijn en dan zit je op een gevaarlijk terrein.

 

Opmerking van Flavius Josephus

Die Flavius Josephus, de geschiedschrijver onder de Joden, die verhaalt dat koning Salomo de macht ontvangen had, omdat hij zo wijs was, dat hij krachtige bezweringsformules had samengesteld. Ik kan dat wel begrijpen, als je dan zo wijs bent, dan weet je ook een hoop van de onzienlijke wereld af.

 

De naam van Jezus gebruiken plus formules

En wat dachten die zonen van Skevas? Die dachten hun formules te versterken door de naam van Jezus te gebruiken. Ze zeggen: we drijven je uit in de naam van Jezus, en dat waren er een hoop in die tijd, dus die Paulus predikte. Dan zaten ze wel goed. En dat lukt natuurlijk wel, want door hun eigen geest konden ze ook machten aan. En nu hadden ze het juiste woord, de juiste formule.

Dan zie je dat gevaar dat je denkt, als ik nu maar de juiste woorden gebruik en ze in de juiste volgorde heb dan kan ik ze wel aan. Maar je moet verbonden zijn met de naam van Jezus innerlijk. In zijn naam moeten we de overwinning gebruiken. Het gaat niet erom dat je het juiste woord weet, dat is goed maar of je de juiste verbinding hebt met God. Want je hoort de reactie bij de zonen van Skevas:

Handelingen 19:15 – Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: Jezus ken ik en van Paulus weet ik, maar wie zijt gij? En de mens, in wie de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek zoveel sterker dan zij, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten.

 

Met wie ben je verbonden?

Wie ben jij? Met wie ben jij verbonden? Juist dat heilige leven is een bewijs dat iemand met Christus verbonden is. Die gemeenschap met de Heer, als wij in Christus zijn, en dat ben je als je in zijn Woord bent. Als je één bent met dat Woord. Dat dat je eten en je drinken is. Jezus zegt: mijn spijs en mijn drank.

Maar dat soort mensen gaat makkelijk ook op het verkeerde vlak, dat ze machten der duisternis naar zich toehalen, dan zit je in de occulte wereld. Dat is maar één stap verder. OF door de heilige Geest OF door de boze geesten. De Heer zegt het Zelf ook: Mensen die van nature, en gesteund door formules, denken, dat ze grote krachten en tekenen zullen doen in mijn naam en ik zal zeggen: ik heb u nooit gekend. Dus dat wonder op zichzelf is nog niet een teken dat iemand een Godsman is. Maar het is wel een teken dat hij inzicht heeft in de geestelijke wereld. Matteüs 7:21-23 – Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.

 

Het gaat om leven en vrucht

En waarom veroordelen nu de Farizeeën Jezus? Om zijn leven? Nee. Maar omdat hij niet met hun leer meeging. Hij veroordeelde hun leer door zijn levenswandel. Hij at rustig, liet zijn discipelen aren eten op de sabbat, hij genas mensen op de sabbat, enzovoort. En Jezus zegt: Aan de vrucht zult gij ze kennen (Matt. 7:16,20). Simon de tovenaar (Hand. 8) zag dat de discipelen een geweldige kracht hadden, die had hij niet. Hij zegt: wat moet ik ervoor geven, dat ik die kracht ook krijg, die doop met de Geest.

En dan zegt de Heer tot de Farizeeën: je moet die sterke binden en dan gaan we zijn huis plunderen en wie met mij niet is en wie met mij niet bijeenbrengt, die verstrooit (Matt. 12:29-30). Als je deze weg van Jezus niet gaat, niet met de heilige Geest verbonden, een levenswandel leidende die niet overeenstemt met de wil van God, dan sta je erbuiten. Maar anders mag je mee vergaderen. Jezus vergadert. Jullie verstrooien. Want dan kom je in handen van de boze geesten en die verstrooien, die zetten de mensen tegen elkaar op, dan zit je in Babel. Dan zegt de Heer: Ik vergader de mensen en maak ze tot een eenheid. Als mijn werk voltooid is, heb je weer één ongedeelde mensheid. Ik zeg niet dat ze dan geen andere talen hebben, maar dan hebben ze toch Geestestalen en dan heb je een ongedeelde mensheid. Ik bevrijd de mensen.

 

Bevrijde mensen kunnen één worden

Ik wil ze bijeen vergaderen. Jeruzalem ik heb u bijeen willen vergaderen als een hen hare kuikens (Matt. 23:37). Onder die vleugels van de hen is het eenheid, in die toom, en dan niet onder dwang.

Kolossenzen 3:9-11 –  daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.

En dan is mijn stelling: je kunt alleen vrije mensen bijeen vergaderen. Je kunt nooit mensen bijeen vergaderen die gebonden zijn. Maar je moet eerst de mensen vrij maken, anders kun je ze niet bij elkaar brengen tot een eenheid. Als ze gebonden zijn, dan zijn ze verbonden met de machten der duisternis en zijn ze tegen elkaar. Maar Hij wil je bijeen vergaren. Paulus zegt dus dat er geen onderscheid is tussen Griek en Jood, slaaf en vrije, alles in allen in Christus. Er is geen onderscheid tussen een barbaar en een Skyth. Dat is nu het merkwaardige. Wij zeggen: oh dat is een Indonesische christen, die is anders dan wij. En we kunnen ons best voorstellen dat die mensen aparte samenkomsten hebben. Ja, die zijn zo heel anders. Wij zijn Hollandse christenen. En als je dan in Amerika komt, voel je je ook niet thuis. Maar Paulus zegt, er is geen barbaar en Skyth.

Als de mensen vrij zijn dan zijn ze één. Als een Indonesiër, een Molukker, als wij, vrijgemaakt zijn, dan zijn wij dezelfde mensen. Wel met onze verschillende begaafdheden. Maar dan zijn wij in wezen één mensheid geworden, dan is er geen verschil. Als een man en een vrouw vrij zijn, dan zijn ze dezelfde mensen. Dan is die eenheid er. Dan kan God ze ook gebruiken. Want bij God is er dan geen man en geen vrouw.

 

Afwijkingen en streekgeesten met tradities

Kijk, je blijft wel Indonesiër en Hollander, maar als ze in dezelfde samenkomst zitten, dan zal er totaal geen verschil tussen zijn als ze allebei volkomen vrij zijn. Dan zul je niet zeggen daar heb je weer die Hollander met die afwijking, of die Indonesiër. Ze zijn zo heel anders, ze stellen zich zo vaak aan… Tja… Mensen met streekgeesten, precies hetzelfde. De Heer zegt: ik ben gekomen om ze bijeen te vergaderen en hoeveel mensen zitten er onder streekgeesten? Traditioneel. Ze hebben de hele historie op hun schouder erbij genomen met hun geloof.

 

Hoereren met de koningen der aarde

Weet wat er in Openbaring staat van de hoer?

Openbaring 18:3 – omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.

Met alle koningen der aarde. En daarom is ze niet één. De koningen der aarde zijn die vorsten in de hemel. Want hoereren kun je alleen maar geestelijk, dat is een geestelijke zaak. Dus die zijn verbonden met die vorsten uit de hemel. Je ziet het overal. Dat die kerk hoereert. Ze willen een volkskerk hebben. Dat is hoereren met die koningen der aarde. Met die koningen uit de onzienlijke wereld, die wereldbeheersers van deze duisternis, die zeggen dat is ons domein, heb je daar een kerk? Oh, dat is de Engelse kerk, de staatskerk, of bij ons de vaderlandse Nederlands Hervormde kerk.

 

De volkskerk met de kinderdoop

Dat is hoereren met die koningen der aarde. En die kerk heeft nog een apart tintje. Die kenmerkt zich door iets wat die Engelse kerk niet heeft. En Paulus zegt, dat kan niet, er is geen verschil. Tussen een Engelse en een Hollandse kerk. Maar die kerken doen dat wel. En wat zeggen ze er dan bij, wat helemaal niet in de Bijbel staat, dan moet je je kinderen laten dopen. Dan krijg je de volkskerk. Dat is nu net wat die vorsten uit de hemel willen. Een nationale kerk, een volkskerk. De Joden hadden ook een nationale kerk. Ze waren er echt niet op uit dat er zoveel vreemdelingen bij zouden komen. Dat is de zonde van de kerk, die vrouw heeft gehoereerd met al die koningen der aarde. Je vindt het over de hele wereld. Dat is doorgedrongen, dat nationale, het traditionele, uit de geschiedenis. En als er een vorstin gekroond wordt, dan gebeurt dat in de kerk. Dat is de invloed van die vorsten, van de wereldbeheersers van deze tijd.

 

De banden met de vaderen doorsnijden

Wat is onze opdracht? Om de banden door te snijden. Om onszelf te zijn, om vrij te komen van dat verleden, dat traditionele. Want let maar eens op de belijdenis. Men heeft het over de leer der vaderen. ‘Onze vaderen’, zeggen ze dan. Dan bedoelen ze de Nederlandse vaders. Toen was het goed. De Dordtse Synode, met de klemtoon op Dordt. En dat is nu net iets om een volk te splijten. En nu probeert de duivel, omdat de antichrist komt, die kerken eerst eens samen te trekken in een oecumene. Dat loopt ook uit de hand. Daar is niks van terecht gekomen.

 

Wij vormen een aparte menigte uit alle volken

Waar gaat het over? Dat er een schare komt uit alle volken. En dat is een aparte schare. Er staat niet alle volken worden een, maar een schare uit alle volken, stammen, talen en natiën. De Heer zegt: als je dat niet doet, dan verstrooi je. Ik ben gekomen om ze bijeen te brengen. Maak eerst de mensen vrij van al die banden van het rijk der duisternis, vooral die vorsten. Die ingedrongen zijn in al die kerken en groepen. Die daar een eigen landelijke stijl aan gegeven hebben. Dat je zegt, je kunt wel zien: dat zijn Hollanders, of Zwitsers. Maak ze vrij en dan voelt een Braziliaan die vrij hier in Nederland komt zich welkom. En dan is het ook mogelijk dat een Indonesische broeder of zuster zich thuis voelt. Dat is toch de bedoeling?

En als je dat dan bent, dan kom je bij die schare uit alle talen en volken en natiën, voor Gods troon (Openbaring 7:14). Dan zeg je, ja voor Gods troon, maar hoe kunnen daar dan de slechte geesten ook voor die troon staan?

 

Gods Geest woont in ons

En als nu God in jou gaat wonen met zijn heilige Geest, waar is dan die troon? Is daar wel eens strijd? Is daar dan wel eens strijd van binnen? Dat kan wel hè? Maar daar is Gods troon ook! Dan voel je toch wel dat als je zulke vragen stelt dat je nog niet tot het wezen doorgedrongen bent. Je moet bij jezelf beginnen: Hij woont in jou, je bent gedoopt met Gods Geest. En ik heb nog zoveel strijd broeder! Nou, dan wordt er voor die troon heel wat af gevochten.

Simpel hè? We moeten eens gaan geloven in de Bijbel, nietwaar?

 

Bewust deel van dat hemelse Jeruzalem

Want wij zullen allemaal onze plek in moeten nemen in dat hemelse Jeruzalem. Deelgenoten van het hemelse Jeruzalem. Deelgenoten van een hemelse roeping. En wij zijn allemaal in die ene stad Jeruzalem. Geen verschil tussen barbaar of Skyth. Daar zul je je op in moeten stellen en dat kan alleen als je vrij bent. En dan zit je tussen die tienduizendtallen heilige engelen die je altijd bij je hebt, als ze niet vertrokken zijn. De Heer verhoede dat. Die kunnen je alleen helpen als je met de Heer leeft, als je vrij bent. Als je nou bewust bent, ik zit in die hemelstad, en er zijn tienduizendtallen van engelen:
Hebreeën 12:22-24 – Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel.

Genaderd betekent, daarin gekomen. Wij voelen dat wij daar onze eerste stappen gaan zetten, dat we daar gaan functioneren.

 

Te midden van engelen je uiten in (hun) talen

En dan functioneer je tussen die tienduizendtallen van engelen en die gemeente van eerstgeborene. En je kunt daar nog geen woord uiten. Bent u een vreemdeling in Jeruzalem? Vreemdelingen verstaan de taal niet. De Heer zegt: spreek nou maar eens. Maar ik snap er niks van. Paulus zegt: indien ik spreek in talen van mensen en van engelen (1 Kor. 13:1), ik dank God dat ik meer in talen spreek dan allen (1 Kor. 14:18). Ik denk dat Paulus veel geloof had, hij deed het in vertrouwen. Daar moet je mee werken. Ik kan niet zeggen wat u moet doen, maar ik ben nadat ik tot die inzichten ben gekomen, heb ik meer in tongen gesproken dan vroeger. Waarom? Ik vertrouw erop dat ik daaraan deelheb, aan dat hemelse Jeruzalem. Je strijdt en de geest spreekt tot die machten. Je hebt je engelen en de Geest spreekt tot die engelen.

 

Als medearbeider door de Geest ingeschakeld

En ik bid: Vader, wilt u wat zeggen door die Geest. Nou en hij doet dat allemaal door mij heen, ik ben zijn medearbeider. Kijk, u wordt ingeschakeld met uw mond, met uw tong. Dat is toch heerlijk? En die Geest die maakt geen fouten. En je kunt in dat hemelse Jeruzalem deelgenoot zijn van die hemelse roeping zonder fouten te maken, want daar maken ze geen fouten in het hemelse Jeruzalem.

 

Het grote orkest: het nieuwe gezang tot Gods eer

En daar heb je dat grote orkest en de een blaast op dat instrument en een ander zit achter de piano en een ander heeft weer een drumstel. Dat is een groot orkest, allemaal tot eer van God. En dan staat er, dan hoor je het nieuwe gezang, dat orkest van engelen, van hemelingen, van mensen, zonen Gods. En dat is een stem van vele wateren. Tot eer van God. God wordt verheerlijkt in de rijkdom van de verscheidenheid, maar die toch een eenheid vormen.

 

Geestelijk gaan denken

En dan ben ik blij als ik in dit gemeentekamp er iets aan meegeholpen heb, dat u opnieuw geestelijk gaat denken. Wat u er mee doet, dat is mijn zaak niet. Wat ik er mee doe is mijn zaak, wat u er mee doet dat is uw zaak, en van de voorganger en de oudsten. Maar ik heb het alleen maar onder u gebracht, ter overweging en ik hoop dat de Heer dat zegent.