ISRAELVISIE

Tegenstrijdigheden in Israël-visie van ds. Lohuis

Door Piet Guijt

In Hoger-op van maart/april noemde ik de tv-serie ‘Zegen door Israël’ op Family 7 die is uitgezonden n.a.v. het gelijknamige boek van ds. Oscar Lohuis, Baptistenpredikant en spreker voor ‘Christenen voor Israël’. Na de uitzending van 6 afleveringen van de serie, een korte tussentijdse evaluatie.

Blijvend volk van God?

Lohuis probeert duidelijk te maken dat het natuurlijke volk Israël nog steeds het volk van God zou zijn, en dat de zgn. vervangingsleer fout is. Want volgens hem zou deze leer zeggen dat God het Joodse volk zou hebben afgeschreven, omdat zij Jezus hebben afgewezen. Maar dat is geen enkel argument vóór de mening van Lohuis, want God schrijft niemand af die tot Jezus komt.

Geen zicht op het heil?

Lohuis zegt zelfs dat door een ‘blinde vlek’ voor de zgn. toekomstige roeping van Israël er geen zicht is op het heil. Het is echter juist andersom. Door te blijven focussen op het oudtestamentische Israël is men blind voor wat God in de gemeente, het ware Israël, wil doen door de heilige Geest. Als Joden en niet-Joden Jezus hebben aangenomen, dan zijn ze immers een kind van God en horen ze bij het (enige) nieuwtestamentische volk van God. De nieuwtestamentische roeping betreft alleen die Joden en niet-Joden die Jezus hebben aangenomen.

Wie is de wortel?

Lohuis heeft ook bezwaar tegen hen die zeggen dat na de komst van Christus er geen bijzondere band meer is met Israël. Volgens Lohuis zouden wij Joden afsnijden van hun wortels. Het bezwaar is echter volkomen misplaatst. Immers DE wortel is alleen Jezus Zelf! (o.a. Rom. 11:17; 15:12). Joden snijden zichzelf ervan af als zij Jezus niet aanvaarden als Verlosser!

Geen onderscheid meer tussen Jood en Griek

In Christus heeft God met ieder die in Jezus gelooft, dezelfde band met God. Er is geen enkel onderscheid meer tussen Jood en Griek (o.a. Rom. 10:12). Want het gaat in het Nieuwe Testament om wedergeboorte teneinde bij het volk van God (zelfs de familie van God! - Joh. 1:12) te kunnen behoren en daarbij is geen sprake meer van etniciteit!

Wie in Jezus Christus gelooft, behoort tot Gods volk

Op een vraag van tv-presentatrice Sara van Oordt: ‘Zijn dan alle Joden behouden?’ antwoordt Lohuis ontwijkend, maar zegt even later: “Je kan alleen kind van God zijn door geloof in Jezus Christus! Met het begrip ‘volk van God’ bedoelen we niet dat ieder die Jood is, dus behouden is, want het behoud is alleen door geloof in Jezus. Ook voor een Jood. Dat is de rechtvaardiging door het geloof”.

Daarover zijn we het volkomen eens met Lohuis.

Wie tot het Nieuwe Verbond in Zijn bloed behoren

Maar dan vervolgt hij met: “Maar toch heeft God met dat natuurlijke volk met oprechte gelovigen en ongelovigen een bijzondere bedoeling, want met hen heeft Hij een verbond gesloten”. HIER gaat Lohuis volkomen in de fout! Want zijn zij die in Jezus geloven, dan niet lid van de gemeente? En wat kan God met mensen die niet in Jezus geloven en dus niet gerechtvaardigd zijn? NIETS! Bovendien moet bedacht worden dat nu alleen het nieuwe verbond in het bloed van Jezus (o.a. Luk. 22:20) geldt. De opvatting van Lohuis dat “God heeft een plan met de gemeente én met Israël” is dus onjuist. Want het gaat om één en dezelfde grootheid, namelijk de ene kudde van de ene Herder! (Joh. 10:16). Dus geen aparte plaats en roeping voor het aardse Israël! Die roeping was er alleen in de oudtestamentische ‘aanloopfase’ naar Christus!

Schaduw en werkelijkheid

Kernfout is dat Lohuis niet ‘geestelijk’ denkt, niet het essentiële verschil tussen het OT en het NT ziet, en niet beseft dat de oudtestamentische beloften voor Israël metaforen zijn van wat in het nieuwe verbond zou gaan gelden voor allen (Joden en niet-Joden) die Jezus zouden aanvaarden als hun Verlosser. Als men dat vanwege een (afgodische) focus op Israël niet wil inzien, dan gaat men zichzelf tegenspreken.

Het essentiële verschil tussen het OT en het NT

Het volk Israël was in het Oude Testament het volk van God, maar het was een schaduwbeeld van wat - in Christus - Gods handelen zou zijn met de gehele mensheid, dus met alle volkeren, waaruit het ware volk van God in geestelijke zin, de gemeente van Jezus Christus, zou worden geformeerd.

Om het essentiële verschil tussen het OT (voorbeeld, ‘schaduw’) en het NT (werkelijkheid in Christus) te zien, is het goed om de vraag te stellen, waarom God de mens schiep. Het antwoord op deze vraag is m.i. een sleutel om de overgang van Oude Testament naar het Nieuwe Testament te begrijpen en daarmee de tijdelijkheid in te zien van de rol van het natuurlijke volk Israël in afwachting van de komst van de beloofde Messias. God verlangde ernaar om met elke individuele mens een liefdesrelatie, geestelijke gemeenschap te hebben. Hij wilde een mens die Zijn beelddrager zou zijn, en dus vol zou zijn van de heilige Geest.

De zonde als ‘kink in de kabel’ en Gods plan

Door de zondeval is dat verstoord en ontstond een scheiding tussen mens en God. Ook al haat God de zonde die scheiding maakt tussen Hem en mens, toch heeft Hij alle mensen van harte lief. Omdat God intens verdriet heeft over die scheiding, heeft Hij daarom het eeuwige verlossingsplan bedacht. En dat was de verlossing door Zijn Zoon Jezus, het Lam als geslacht vóór de grondlegging der wereld. Via Abraham heeft God Zijn plan en beloften bekend gemaakt.

De geschiedenis van het natuurlijke volk Israël laat zien wat Gods bedoeling is met mensen, met de gehele mensheid. Hij wil ze zegenen en wil dat ze gelukkig zijn, maar dat kan alleen door gehoorzaam te zijn aan Gods geboden.

De kracht van Gods Geest is onmisbaar

Echter zonder de heilige Geest kan geen mens die geboden houden. En God wil dat we dat alleen maar kunnen in volkomen afhankelijkheid aan Hem, en dat is alleen mogelijk door de inwoning van de heilige Geest in de mens. Daarom was het offer van Jezus nodig om ons van zonden te verlossen waardoor mensen met God verzoend konden worden en mensen de heilige Geest (Hand. 2) konden ontvangen! Het is deze heilige Geest die in gelovigen de goddelijke natuur gaat uitwerken (2 Petr. 1:4) zodat het Koninkrijk van God in de gelovigen en op aarde kan worden gevestigd. Met de komst van Jezus en de heilige Geest is de eindfase van Gods heilsplan in werking gekomen, want het Koninkrijk van God is nabijgekomen (o.a. Mark. 1:15).